rijvlak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijvlak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rij·vlak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijvlak rijvlakken
verkleinwoord rijvlakje rijvlakjes

Zelfstandig naamwoord

hetrijvlako

  1. vlak waarop gereden wordt:
  2. (verkeer) dat deel van een rubberband dat contact heeft met het wegdek

Gangbaarheid

  • Het woord 'rijvlak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.