rimmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rimmen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɪmə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rim·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

rimmen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rimmen
rimde
gerimd
zwak -d volledig
  1. in een kring leggen van turven
  2. (seksualiteit) de anus van de partner likken met de tong
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rimmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.