ritsvak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ritsvak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rits·vak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ritsvak ritsvakken
verkleinwoord ritsvakje ritsvakjes

Zelfstandig naamwoord

hetritsvako

  1. zak in een kledingstuk, tas of koffer die men kan afsluiten met een rits
    • Wil je even afkoelen, maar is er niemand die een oogje in het zeil kan houden? Verstop je sleutels, mobiele telefoon en portemonnee dan in het ritsvak van dit handige strandlaken. [1] 
    • CPB-directeur Coen Teulings blijkt in een van de ritsvakken van zijn koffertje een sheet te hebben verstopt die diepgaand inzicht in de toekomst van politiek Nederland biedt. Ik kon het kleinood niet langer dan enkele seconden inzien, dus heb zelf even een vlugge kopie gemaakt. Maar vertrouw me, ik heb inzicht in die zaken. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'ritsvak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.