riviervis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  riviervis    (hulp, bestand)
  • IPA: /riˈviːrvɪs/
Woordafbreking
  • ri·vier·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riviervis riviervissen
verkleinwoord riviervisje riviervisjes

Zelfstandig naamwoord

deriviervism

  1. een in de rivier levende vis
    • Riviervissen smaken anders dan zeevissen. 

Gangbaarheid

  • Het woord riviervis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.