rokpand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rokpand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rok·pand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rokpand rokpanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rokpand m/o [1]

  1. deel van een rokkostuum

Gangbaarheid

  • Het woord rokpand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.