rompslomp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rompslomp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • romp·slomp
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lastige drukte’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
  • uit het Fries [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rompslomp
verkleinwoord rompslompje rompslompjes

Zelfstandig naamwoord

derompslompm [3]

  1. hinderlijke, vervelende drukte die nergens voor nodig is
    • Bedrijven in Nederland betalen vandaag 15 procent belasting over het dividend dat zij uitkeren aan hun aandeelhouders. De dividendontvanger kan het ingehouden bedrag vervolgens verrekenen met zijn belastingaanslag. Wat voor Nederlandse bedrijven heel wat rompslomp met zich meebracht. [4] 
    • Opa Hennie is in elk geval opgelucht dat de boete van tafel is. [voor het wildplassen van zijn 2 jarige kleinzoon] "Grandioos! Dit scheelt ons een heleboel rompslomp want we hadden er zeker een zaak van gemaakt als de politie vast had gehouden aan deze boete."[5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rompslomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.