rondreizen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rondreizen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɔntrɛɪzə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rond·rei·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondreizen
reisde rond
rondgereisd
zwak -d volledig

Werkwoord

rondreizen

  1. inergatief naar vele plaatsen onderweg zijn
    • Hij heeft verschillende jaren in Europa rondgereisd, toen hij besloot naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag te gaan om fluit te leren spelen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

derondreizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rondreis

Gangbaarheid

  • Het woord rondreizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.