roodhout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roodhout (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrothɑut / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- rood·hout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rood bn en hout zn [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodhout | roodhouten |
verkleinwoord | roodhoutje | roodhoutjes |
Zelfstandig naamwoord
het roodhout o
- houtsoort, afkomstig van diverse variëteiten van de Caesalpinia
Dit hout werd al in de middeleeuwen uit Oost-Indië ingevoerd om kleurstof uit te bereiden die werd gebruikt in de ververij in Europa.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- roodhoutboom
Gangbaarheid
- Het woord 'roodhout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.