roofvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roofvlieg    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • roof·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roofvlieg roofvliegen
verkleinwoord roofvliegje roofvliegjes

Zelfstandig naamwoord

deroofvliegv/m

  1. (tweevleugeligen) insect uit de familie Asilidae  van tweevleugeligen met ca 7100 beschreven soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'roofvlieg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.