routenetwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  routenetwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rou·te·net·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord routenetwerk routenetwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetroutenetwerko

  1. samenhangend netwerk van wegen en paden die een gebied voor een bepaalde doelgroep toegankelijk maken
     Papa legde uit wat ik al wist, hij had het over Rolls-Royce-vliegtuigmotoren en over trekkracht versus duwkracht, de liftkracht van de vleugels en hoeveel die konden hebben, over het routenetwerk boven Europa en over de landingsprocedures.[1]
     De organisatie die de paden aanlegde, Mountainbike Routenetwerk Rijk van Nijmegen, heeft aangifte gedaan bij de politie. Op zeven plekken is de route gesaboteerd. Wie erachter zit, is niet bekend.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord routenetwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
  2. Weblink bron “Onbekenden saboteren nieuwe mountainbikeroutes in bossen bij Nijmegen” (28-12-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.