ruby

Engels

Uitspraak
  • IPA: /'ɹuːbɪ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse rubeus.
enkelvoud meervoud
ruby rubies

Zelfstandig naamwoord

ruby

  1. robijn

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rʊbɪ/
Woordafbreking
  • ru·by

Zelfstandig naamwoord

ruby

  1. nominatief meervoud van rub
  2. accusatief meervoud van rub
  3. vocatief meervoud van rub
  4. instrumentalis meervoud van rub
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.