rugspier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rugspier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·spier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rugspier rugspieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

derugspierv/m

  1. de spieren die aan de rugzijde van een mens of dier langs de wervelkolom liggen
    • Als je rugklachten hebt moet je je rugspieren trainen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord rugspier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.