rugtas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rugtas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rugtas rugtassen
verkleinwoord rugtasje rugtasjes

Zelfstandig naamwoord

derugtasv/m

  1. rugzak,tas die op de rug gedragen wordt
    • Jongeren en wandelaars reizen vaak met een rugtas. 

Gangbaarheid

  • Het woord rugtas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.