rune

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rune    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrynə/
Woordafbreking
  • ru·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘Oudgermaans schriftteken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1799 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord rune runen
verkleinwoord runetje runetjes

Zelfstandig naamwoord

derunev/m

  1. een schriftteken van het Oud-Germaanse alfabet
    • Hij kende alle runen uit zijn hoofd en kon er ook mee schrijven. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rune staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  rune    (hulp, bestand)
  • IPA: /ruːn/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse rūn.

Zelfstandig naamwoord

rune

  1. rune
  2. een Finse dichtvorm.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.