saba

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  saba    (hulp, bestand)
  • IPA: /saˈba/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sa·ba
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

saba

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) sjabbat, zevende dag van de week, zaterdag, joodse rustdag
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'saba' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.