salpeter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  salpeter    (hulp, bestand)
  • IPA: /sɑlpetər/
Woordafbreking
  • sal·pe·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘kaliumnitraat’ voor het eerst aangetroffen in 1373 [1]
  • Afkomstig van het Latijnse sal (zout) en het Griekse πέτρα (rots, steen)
enkelvoud meervoud
naamwoord salpeter salpeters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetsalpetero

  1. (scheikunde), (mineraal) een mineraal bestaande uit kaliumnitraat
    • Kool, zwavel en salpeter zijn de oorspronkelijke bestanddelen van buskruit. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord salpeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.