samenrotten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenrotten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·rot·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

samenrotten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenrotten
rotte samen
samengerot
zwak -t volledig
  1. met oproerige of kwade bedoelingen samenkomen
     Noordenbrink las de psalm voor: 'Welzalig hij die in der boozen raad Niet wandelt, noch op 't pad der zondaars staat, Noch nederzit waar zulken samenrotten, Die roekeloos met God en godsdienst spotten; Maar 's Heeren wet, gestadig dag en nacht, Herdenkt, bepeinst en ijverig betracht.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • samenrotting

Gangbaarheid

  • Het woord samenrotten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.