sater

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sater    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘halfgod’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1563 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord sater saters
verkleinwoord satertje satertjes

Zelfstandig naamwoord

desaterm

  1. (mythologie) figuur uit de Griekse mythologie, voorgesteld als een kleine man met korte staart en bokkenpoten, een vrolijk en ondeugend boswezen
  2. wellusteling
  3. (biologie) bepaalde dagvlinder
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.