scherts

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scherts    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • scherts
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gekheid’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord scherts schertsen
verkleinwoord schertsje schertsjes

Zelfstandig naamwoord

deschertsv/m

  1. grappige of speelse beschouwing of opvatting
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
schertsen

scherts

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schertsen
    • Ik scherts. 
  2. gebiedende wijs van schertsen
    • Scherts! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schertsen
    • Scherts je? 

Gangbaarheid

  • Het woord scherts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.