scheut

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scheut    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxøt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • scheut
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘loot’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord scheut scheuten
verkleinwoord scheutje scheutjes

Zelfstandig naamwoord

descheutm

  1. (plantkunde) een nieuw groeisel aan een plant
    • Er komen allemaal nieuwe scheuten aan wat ik dacht dat het een dode stam was. 
  2. een niet al te goed afgemeten hoeveelheid vloeistof, meestal snel geschonken uit een fles of kan
    • Doe er nog een scheutje jenever bij! 
  3. een snelle, doordringende gewaarwording (-> pijnscheut)
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord scheut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.