loot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loot (hulp, bestand)
- IPA: /bəˈsloːt/
Woordafbreking
- loot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loot | loten |
verkleinwoord | lootje | lootjes |
Zelfstandig naamwoord
de loot v / m [3]
- (plantkunde) nieuw uitgelopen twijg
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loten |
loot
Gangbaarheid
- Het woord loot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loot" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "loot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ loot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
enkelvoud | meervoud |
---|---|
loot | loots |
Zelfstandig naamwoord
loot
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to loot |
he/she/it | loots |
verleden tijd | looted |
voltooid deelwoord |
looted |
onvoltooid deelwoord |
looting |
gebiedende wijs | loot |
Werkwoord
loot
- overgankelijk plunderen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.