schijter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schijter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schij·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schijter | schijters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de schijter m
- (figuurlijk) een bang persoon
- Je moet je van de boze en agressieve man weinig aantrekken, eigenlijk is het maar een bange schijter
- iemand die veel en vaak ontlasting heeft
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord schijter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schijter" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.