scullion

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
Woordherkomst en -opbouw
  • Bekend sinds eind 15e eeuw. Leenwoord uit het Frans, maar precieze etymologie onzeker; vermoedelijk van Middelfrans escouillon (< Latijn scopa; zie ook schoelje[1]) of van Oudfrans souillon. Beïnvloed door scullery, een woord met een andere etymologische oorpsrong.[2]
enkelvoud meervoud
scullion scullions

Zelfstandig naamwoord

scullion

  1. (lagere) huisknecht
  2. (scheldwoord), (verouderd) ploert, schoft [B]
Synoniemen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.