servant

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  servant (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɝvənt/
enkelvoud meervoud
servant servants

Zelfstandig naamwoord

servant

  1. (beroep) bediende [1,2], dienaar, huisbediende
  2. hulpmiddel, hulpinstrument

Frans

Uitspraak
  • Geluid:

Werkwoord

servant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van servir

Latijn

Werkwoord

vervoeging van
sĕrvāre

sĕrvănt

  1. actief indicatief praesens, derde persoon meervoud van sĕrvāre
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.