semafoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  semafoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • se·ma·foor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘seintoestel’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'sèma' (sein, teken) met het achtervoegsel -foor [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord semafoor semaforen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desemafoorm [3]

  1. (communicatie) seintoren voor de kustvaart, seinpaal bij het spoorwezen, stoplicht, verkeerslicht
Synoniemen
  • armtelegraaf, kustseinpost, seinmast, seintoren, seinpaal, seininrichting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord semafoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.