stoplicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stoplicht (hulp, bestand)
- IPA: /ˈstɔplɪxt/
Woordafbreking
- stop·licht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stop ww en licht [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoplicht | stoplichten |
verkleinwoord | stoplichtje | stoplichtjes |
Zelfstandig naamwoord
het stoplicht o
- (verkeer) een installatie die middels gekleurde lichten het verkeer op een kruispunt regelt
- Dit stoplicht gaat snel weer op rood.
- Stoplicht springt op rood stoplicht springt op groen. In Almelo is altijd wat te doen. (Herman Finkers)
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een installatie die middels gekleurde lichten het verkeer op een kruispunt regelt
|
|
Gangbaarheid
- Het woord stoplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoplicht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ stoplicht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.