dienaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dienaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • die·naar
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ondergeschikte’ voor het eerst aangetroffen in 1348 [1]
  • Naamwoord van handeling van dienen met het achtervoegsel -aar [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dienaar dienaars
dienaren
verkleinwoord dienaartje dienaartjes

Zelfstandig naamwoord

dedienaarm

  1. (beroep) iemand die in persoonlijke dienst van een meester is
    • Hij werd door zijn eigen dienaren vermoord. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dienaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.