shine

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  shine (US)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʃaɪn/
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging (A)
onbepaalde wijs to  shine 
he/she/it  shines 
verleden tijd  shone 
 shined 
voltooid
deelwoord
 shone 
 shined 
onvoltooid
deelwoord
 shining 
gebiedende wijs  shine 

Werkwoord

(A) shine

  1. onovergankelijk schijnen
  2. overgankelijk schijnen, stralen
  3. onovergankelijk glanzen, glimmen
vervoeging (B)
onbepaalde wijs to  shine 
he/she/it  shines 
verleden tijd  shined 
voltooid
deelwoord
 shined 
onvoltooid
deelwoord
 shining 
gebiedende wijs  shine 

Werkwoord

(B) shine

  1. overgankelijk oppoetsen, poetsen
enkelvoud meervoud
shine -

Zelfstandig naamwoord

shine

  1. glans
  2. poetsbeurt
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.