showroom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  showroom    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsʲowrum/, /ˈʃowrum/
Woordafbreking
  • show·room
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels.
enkelvoud meervoud
naamwoord showroom showrooms
verkleinwoord showroompje showroompjes

Zelfstandig naamwoord

deshowroomm

  1. zaal waarin koopwaar tentoongesteld staat
    • Ik heb dit model niet in de showroom gezien. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord showroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈʃəʊ.ruːm/, /ˈʃəʊ.rʊm/ (VK)
  • IPA: /ˈʃoʊ.ruːm/, /ˈʃoʊ.rʊm/ (VS)

Zelfstandig naamwoord

showroom

  1. showroom, toonzaal, toonkamer
Hyperoniemen

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʃoˈrum/
Woordafbreking
  • show·room
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels.

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
showroom showroom

showroom m

  1. showroom, toonzaal, toonkamer
Synoniemen
  • sala d'esposizione, salone d'esposizione
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.