room

Nederlands

Niet te verwarren met: rooms
Uitspraak
  • Geluid:  room    (hulp, bestand)
  • IPA: /rom/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • room
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord room -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deroomm

  1. (voeding) vette delen van melk waarvan boter gemaakt kan worden
    Room wordt, wanneer gezoet, gebruikt bij het vervaardigen van slagroom, voor het decoreren van gebak en bij het vullen van bonbons
     Er kwam geen einde aan: zalmsalade, pasta, groente, sushi, biefstuk, soep, chocoladetaart, witte chocoladetaart, crème brûlee, vers fruit met room, bier, koffie en whisky.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
romen

room

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van romen
    • Ik room. 
  2. gebiedende wijs van romen
    • Room! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van romen
    • Room je? 

Gangbaarheid

  • Het woord room staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

room

  1. kamer
  2. ruimte, plek
Hyponiemen
samengesteld met -room als tweede deel
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.