slagwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slagwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slag·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slagwerk
verkleinwoord slagwerkje slagwerkjes

Zelfstandig naamwoord

hetslagwerko

  1. verzamelnaam voor muziekinstrumenten waarbij men door slaan een klank produceert
    • Het afrikaanse orkest had een grote slagwerkgroep.  
    • Abschied voltrekt zich als tweestrijd. Zinderende, laat-romantische strijkersakkoorden willen zich uitstrekken, maar worden bestookt door knallen die als bommen uit koper en slagwerk vallen. De voortgang is gefragmenteerd, maar de collage van effecten en bijna-citaten heeft een haast dansant ritme. Briljant is de poging tot een daverend slot: een majeur-akkoord wordt aangetikt, maar loopt leeg als een ballon. In plaats daarvan klinkt een schimmig, tektonisch schuiven van klankwerelden. [2] 
  2. dat deel van een uurwerk dat de tijd hoorbaar maakt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord slagwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.