slalepel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slalepel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sla·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slalepel slalepels
verkleinwoord slalepeltje slalepeltjes

Zelfstandig naamwoord

deslalepelm

  1. grote lepel waarmee men, samen met een slavork, een salade kan mengen en opscheppen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'slalepel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.