sleutelkind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleutelkind    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sleu·tel·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sleutelkind sleutelkinderen
verkleinwoord sleutelkindje sleutelkindjes

Zelfstandig naamwoord

hetsleutelkindo

  1. kind van ouders die overdag niet thuis zijn en een sleutel meekrijgt om na schooltijd zelf thuis binnen te kunnen komen

Gangbaarheid

  • Het woord sleutelkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.