sloopkosten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sloopkosten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sloop·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slopen ww en kosten zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sloopkosten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sloopkosten mv
- geld dat men moet betalen voor het slopen van iets
- ▸ In de gemeenteraad is besproken dat supporters van de failliete club mogelijk stoeltjes kunnen opkopen om de sloopkosten eruit te halen. HFC Haarlem ging zes jaar geleden failliet.[1]
- ▸ Niet alleen de voorbije economische crisis maar ook de vergrijzing leidt tot meer wrakken in de watersport. Opa kan het water niet meer op en de kinderen hebben geen interesse in een motorbootje. Of de eigenaren kunnen het liggeld niet meer betalen of dumpen hun boot ergens langs de waterkant om de sloopkosten te ontlopen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'sloopkosten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Gemeente wil stadion HFC Haarlem slopen” (Vrijdag 29 januari 2016, 12:16), NOS
- ↑ Weblink bron “Afgedankte jachten vormen 'milieuramp'” (Vrijdag 5 juni 2015, 15:25), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.