slufter

Niet te verwarren met: Slufter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slufter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈslʏftər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sluf·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slufter slufters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deslufterm

  1. (scheepvaart) geul aan een kust of oever of in een vaarwater
    • Wie 's zomers langs de oever van het Zwin loopt - de slufter die de grens vormt tussen Nederland en België - ziet twee soorten badgasten. [4]
  2. (ecologie) lager gelegen gebied tussen de duinen door dat bij zeer hoog water onderloopt
    • De Kaloot is een klassiek geval: een flinter strand met een stukje opgespoten duin en een nieuw aangelegd zoutwatermeertje in een industrieel decor. Rijkswaterstaat heeft er een bord naast gezet: „Dergelijke gebieden, die we slufters noemen, zijn erg zeldzaam in Europa.” [5]
  3. (waterbeheer) plaats waar opgebaggerd slib wordt opgeslagen
    • Honderden dagjesmensen kwamen naar het strand bij de slufter op de Maasvlakte om te zien hoe drie sleepboten het 244 meter lange schip in beweging probeerden te krijgen. [6]
  • [1] kreek
  • [2], [3] Slufter

Gangbaarheid

  • Het woord slufter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
10 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.