kreek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kreek    (hulp, bestand)
  • IPA: /krek/
Woordafbreking
  • kreek
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘smal water’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 976 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kreek kreken
verkleinwoord kreekje kreekjes

Zelfstandig naamwoord

dekreekv/m

  1. een kleine beschermde inham
    • De rustige wateren in de kreek zijn ideaal voor een variëteit aan watersporten. 
  2. een smal stilstaand water, vooral naar een dijkdoorbraak
    • Na dichting van het gat in de dijk blijft de kreek over. 
  3. een kleine, door de natuur gevormde zeearm
    • Wanneer een inham doordringt tot ver in het land wordt ook wel gesproken van een kreek. 
  4. een kleine watergeul; vaak zijarm van een rivier(tje)
    • Er ontstonden diepe watergeulen die na het dijkherstel als kreken in het landschap achterbleven. 
  5. een smal vaarwater tussen ondiepten of eilanden
    • Dit was vroeger een strategische plek, men kon zien welke schepen de kreek binnenvoeren. 
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kreek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.