sms

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sms    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɛsɛmˈɛs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sms
Woordherkomst en -opbouw
  • (initiaalwoord) van Engels SMS, in de betekenis van ‘tekstbericht via mobiele telefoon’ voor het eerst aangetroffen in 1994 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sms sms'en
verkleinwoord sms'je sms'jes

Zelfstandig naamwoord

desmsm

  1. (telecommunicatie) dienst om met behulp van een mobiele telefoon korte berichten te versturen en te ontvangen
    • Sms wordt vooral veel gebruikt door jongeren. 
  2. (telecommunicatie) berichtje verstuurd met een mobiele telefoon
    • Hij heeft een wel erg hoge gsm-rekening sinds hij enkele sms'en verstuurde. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
sms'en

sms

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sms'en
    • Ik sms. 
  2. gebiedende wijs van sms'en
    • Sms! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sms'en
    • Sms je? 
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord sms staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.