snøvær
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈsnøːʋæːɾ /
Woordafbreking
- snø·vær
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van snø zn "sneeuw" en vær zn "weer"
Naar frequentie | 55054 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | snøvær | snøværet | snøvær | snøværa snøværene |
genitief | snøværs | snøværets | snøværs | snøværas snøværenes |
Zelfstandig naamwoord
snøvær, o
- (meteorologie) sneeuwweer
Zelfstandig naamwoord
snøvær
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van badevær
Opmerkingen
- Nynorsk:
- snøver
- snøvêr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.