snabbelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snabbelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snab·be·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snabbelaar snabbelaars
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desnabbelaarm

  1. iemand die snabbelt
Afgeleide begrippen
  • snabbelaarster

Gangbaarheid

  • Het woord snabbelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.