sneep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sneep    (hulp, bestand)
  • IPA: /snep/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • sneep
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  snepen ww  of  sneb zn , een verwijzing naar de vooruit stekende snuit; in de betekenis van ‘beenvis’ aangetroffen vanaf 1682 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord sneep snepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desneepm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort vis die in de middenloop van een rivier leeft, Chondrostoma nasus 
    • Maatregelen die het voorkomen van de sneep bevorderen zijn het aanbrengen van schone grindbeddingen in de Grensmaas, het opheffen van barrières bij stuwen en de aanleg van nevengeulen die als opgroeigebieden kunnen dienen. 
Synoniemen
  • neusvis
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • sneepbank, Sneepkil, sneepster, sneper
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sneep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.