sneeuwgordel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sneeuwgordel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sneeuw·gor·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw zn en gordel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwgordel | sneeuwgordels |
verkleinwoord | sneeuwgordeltje | sneeuwgordeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de sneeuwgordel m
- (meteorologie) gordelvormig gebied dat gemeenlijk met sneeuw bedekt is
- ▸ ⧖Als men op het einde van den zomer, als de aarde het meest doorwarmd is, de Alpen op een zekeren afstand, bij voorbeeld van de hoogte van den Jura, beschouwt, dan ontwaart men eenen schitterenden sneeuwgordel, die het bovenste gedeelte van het gebergte schijnt te omringen[2]
- (kleding) (wintersport) onderdeel van een skipak
- ▸ De sneeuwgordel beschermt het lendengebied tegen het binnendringen van kou en vocht.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'sneeuwgordel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Johann Gottfried Sommer“Merkwaardige bijzonderheden, inhoudende de nieuwste ontdekkingen in de natuurkunde, natuurlijke historie, land- en volkenkunde, op alle gedeelten van den aardbol” (1827)
- ↑ Weblink bron “Trade Inn” (2022)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.