sneeuwgors

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sneeuwgors    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sneeuw·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwgors sneeuwgorzen
verkleinwoord sneeuwgorsje sneeuwgorsjes

Zelfstandig naamwoord

desneeuwgorsv/m

  1. (zangvogels) Plectrophenax nivalis  een zangvogel uit de familie van de Calcariidae 
    • De sneeuwgors broedt op de toendra van het hoge noorden, maar is 's winters soms aan de Vlaamse of Nederlandse kust waar te nemen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord sneeuwgors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.