snikkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snikkel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsnɪkəl/
Woordafbreking
  • snik·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘penis’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord snikkel snikkels
verkleinwoord snikkeltje snikkeltjes

Zelfstandig naamwoord

desnikkelm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) het geslachtsdeel van de man, de penis
    • Veel mannen scheppen op over hun snikkel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord snikkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.