soepvlees

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soepvlees    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • soep·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soepvlees -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetsoepvleeso

  1. (voeding) vlees om soep van te koken
  2. vlees waarvan soep is getrokken
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord soepvlees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.