soes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: soes (hulp, bestand)
- IPA: / sus / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- soes
Woordherkomst en -opbouw
- [A] van Frans chou zn , in de betekenis van ‘gebak’ aangetroffen vanaf 1791 [1] [2]
- [B] soezen ww zonder de uitgang -en
[1], [2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | soes | soezen |
verkleinwoord | soesje | soesjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] de soes v / m
[B] de soes m
- slaperige toestand
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
soezen |
[B] soes
Gangbaarheid
- Het woord soes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soes" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "soes" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.