soeverein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soeverein    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌsuvəˈrɛin/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • soe·ve·rein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soeverein soevereinen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A]desoevereinm

  1. (politiek) heerser met een aan geen hoger gezag ondergeschikte macht
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen soevereinsoevereinersoevereinst
verbogen soevereinesoevereineresoevereinste
partitief soevereinssoevereiners-

Bijvoeglijk naamwoord

[A] soeverein

  1. van geen hoger gezag afhankelijk
  2. op een overheersende manier
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord soeverein soevereinen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B]desoevereinm

  1. schuine kant

Gangbaarheid

  • Het woord soeverein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.