alleenheerser
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alleenheerser (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·leen·heer·ser
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alleen en heerser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alleenheerser | alleenheersers |
verkleinwoord | alleenheersertje | alleenheersertjes |
Zelfstandig naamwoord
de alleenheerser m
- iemand die met onbeperkte oppermacht regeert
- De alleenheerser werd gehaat door zijn volk.
- Vance wordt gezien als degene die logica achter Trumps impulsieve buitenlandbeleid heeft weten te formuleren. Daarin zijn alleen Amerikaanse belangen relevant, is voor rechtvaardigheid geen plek, hoeven democratieën niet verdedigd te worden en is het beste zaken te doen met alleenheersers[1]
- ▸ 'En als er nu een alleenheerser de baas is over de staat en aan de burgers voorschrijft wat zij moeten doen, is dat dan ook een wet?' Ook dat wat een alleenheerser schriftelijk vastlegt, wordt een wet genoemd.[2]
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord alleenheerser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ www.nrc.nl (2 mrt 2025)
- ↑ Ineke Sluiter“Socrates” (2016), Amsterdam University Press , ISBN 9789089646224
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.