potentaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  potentaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·ten·taat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vorst, iem. die zich laat gelden’ voor het eerst aangetroffen in 1560 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'potentatus' (macht, heerschappij) met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord potentaat potentaten
verkleinwoord potentaatje potentaatjes

Zelfstandig naamwoord

depotentaatm

  1. iemand die zich zeer laat gelden
  2. machthebber
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord potentaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.