sorgo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sorgo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɔrɣo/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sor·go
enkelvoud meervoud
naamwoord sorgo -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

sorgo

  1. (bloemplanten) benaming voor planten uit het geslacht Sorghum  behorend tot de grassenfamilie (Poaceae ).
    1. (landbouw) (voeding) de eetbare soort Sorghum bicolor 
Synoniemen
  • [1.1] grote sorgo
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'sorgo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

  • [1] sorgo in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] sorgo op Wikidata

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.