spatting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spatting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spat·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spatting spattingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

despattingv

  1. wijdte, breedte, wijdheid, breedheid, spreiding
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spatting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:

Werkwoord

spatting

  1. onvoltooid deelwoord van spat

Zelfstandig naamwoord

spatting

  1. gerundium van spat
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.